-
1 demonstreren
♦voorbeelden:1 demonstreren tegen/voor iets • demonstrate against/in support of something -
2 demonstreren
1 [aantonen] démontrer1 [een betoging houden] manifester -
3 demonstreren tegen/voor iets
demonstreren tegen/voor ietsdemonstrate against/in support of somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > demonstreren tegen/voor iets
-
4 demonstreren
-
5 demonstreren
demonstrieren -
6 demonstreren
v. demonstrate, exhibit, present; display emotion; display public opinion (through a protest march, meeting, etc.) -
7 demonstreren
-
8 demonstreren
• to demonstrate -
9 demonstreren
domonstrera -
10 demonstreren
gösteri yürüyüşü yapmak [-ar] v -
11 demonstrirati
demonstreren -
12 демонстрировать
demonstreren, betogen ; vertonen, draaien -
13 to demonstrate
demonstrerentonenvoorstellen -
14 demonstrate
v. demonstreren; voorstellen, laten zien, bewijzen[ demmənstreet]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
15 demonstrieren
-
16 manifester
manifester [maaniefestee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 blijk geven van ⇒ te kennen geven, betonen, uiten1 zich uiten ⇒ zich manifesteren, zich openbaren, van zich laten horen1. v1) demonstreren2) uiten, te kennen geven2. se manifestervzich manifesteren, zich uiten -
17 проявить
uiten, vertonen, demonstreren, aan de dag leggen, blijk geven ; ontwikkelen -
18 демонстрировать
vgener. betogen, demonstreren, uiteenzetten -
19 betogen
I.[demonstreren]demonstrieren [protestieren]II.[verklaren]argumentierenIII.[verklaren]ausführen [darlegen]IV.[verklaren]darlegen -
20 display
n. beeld (ook in computers); voorstelling; scherm (ook in computers); doek; openbaring; vertoon, uiterlijke schijn--------v. openbaren, ontdekken, tonen, laten ziendisplay1[ displee] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 tentoonstelling ⇒ uitstalling, weergave3 demonstratie ⇒ vertoon, druktemakerij6 〈 techniek, technologie〉aanwijs/afleesinstrument♦voorbeelden:————————display2〈 werkwoord〉1 tonen ⇒ exposeren, uitstallen2 tentoonspreiden ⇒ tonen, aan de dag leggen
- 1
- 2
См. также в других словарях:
demonstrieren — Vsw zeigen, beweisen; eine Kundgebung machen std. (16. Jh., Demonstration 15. Jh.) mit Adaptionssuffix. Entlehnt aus l. dēmōnstrāre hinweisen, verdeutlichen , zu l. mōnstrāre zeigen und l. de , zu l. mōnstrum Mahnzeichen , zu l. monēre mahnen .… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache